10 maart 2022

Testprotocol connectiviteit laadpalen vereenvoudigd

Het testprotocol voor het meten van de connectiviteit van publieke laadpalen is vereenvoudigd. De goede digitale bereikbaarheid hoeft op minder punten aangetoond te worden. Waar eerst op 500 punten rondom de slimme meter gemeten moest worden, is dit aantal verlaagd tot 120 punten.

Voordat een type publieke laadpaal op het openbare elektriciteitsnet aangesloten mag worden, moet deze goedgekeurd worden door de netbeheerders. ElaadNL coördineert deze keuringen en onderzoekt hoe dit proces steeds verder kan worden verbeterd. Eén van de keuringsonderdelen is de bereikbaarheid van de slimme meter voor draadloze radiosignalen. Naar aanleiding van onderzoek door adviesbureau Umlaut is het testprotocol voor deze draadloze signalen nu vereenvoudigd, waarbij nog met een voldoende mate van nauwkeurigheid de demping bepaald kan worden.

Testprotocol connectiviteit laadpalen vereenvoudigd meetpunten-connectiviteit
Links de oude situatie met 500 meetpunten en rechts de nieuwe situatie met 120 meetpunten

Minder meetpunten, eenvoudiger rapporteren

Met ingang van 1 november is het testprotocol voor de connectiviteit vereenvoudigd. In plaats van het testen van de bereikbaarheid op 500 punten rondom de slimme meter, wordt deze nog getest op 120 punten. Gerben Spies, projectmanager bij ElaadNL legt uit hoe dat werkt: “De bereikbaarheid wordt in een bol van meetpunten rondom de slimme meter getest. Dit betekent dat je relatief veel meetpunten hebt aan de boven- en onderkant die hetzelfde resultaat geven. Daarom hebben we juist daar het aantal meetpunten gereduceerd.”

Een tweede wijziging in het testprotocol is dat de laadpalen niet langer getest hoeven te worden voor het communicatie protocol NB-IoT. Dit is één van de vier communicatieprotocollen die de netbeheerders kunnen gebruiken. Doordat NB-IoT in de praktijk door nog geen enkele netbeheerder meer wordt gebruikt, is het niet noodzakelijk om publieke laadpalen hierop te testen. Mocht dit in de toekomst wél worden gebruikt, dan is de verwachting dat de bereikbaarheid minimaal net zo goed is als bij Cat-M1. De bereikbaarheid van de slimme meter wordt wel nog steeds getest op de communicatieprotocollen LTE Cat1, LTE Cat-M1 en CDMA-450.

Om ook de rapportage te uniformeren zijn in de nieuwste versie van het Testprotocol Smart Meter Connectivity de eisen verduidelijkt waaraan het testrapport moet voldoen. Zo is het voor de testende instanties eenvoudiger om een rapport op te leveren dat voorziet in de informatiebehoefte van de netbeheerder die de testresultaten moet beoordelen.

Het belang van goede connectiviteit

De dataontsluiting voor de energieverrekening tussen de energieleverancier en laadpaalbeheerder (CPO) verloopt via een draadloos signaal. Ook voor slim laden is goede connectiviteit cruciaal. Een slimme laadpaal kan de stroomuitgifte slim sturen. Bijvoorbeeld door optimaal gebruik te maken van de beschikbare capaciteit op het stroomnet. Om dit proces nauwkeurig te monitoren en slimme meters op afstand uit te lezen (meterstanden), is toegang op afstand cruciaal voor de netbeheerder.

Als de behuizing het draadloze signaal te veel dempt, heeft de netbeheerder op afstand geen toegang tot de slimme meter. Bovendien is door betere bereikbaarheid de facturatie voor CPO’s nauwkeuriger. Leveranciers van laadpalen moeten daarom hun laadpaal aan de hand van een testprotocol laten testen door een onafhankelijk laboratorium dat gespecialiseerd is in metingen van radiosignalen om de bereikbaarheid aan te tonen.

Meer weten?

Het testprotocol, de aansluitspecificaties en meer informatie zijn te vinden op www.elaad.nl/aansluitspecificaties. Meer weten over het Testprotocol Smart Meter Connectivity of over het certificeren van een nieuw laadobject? Neem contact op met Gerben Spies via gerben.spies@elaad.nl.