In september 2021 is de pilot slim laden Flexpower3 in Amsterdam gestart. Er wordt onderzocht hoe energie in het elektriciteitsnet op een efficiënte manier verdeeld kan worden over elektrische auto’s die opladen. De resultaten van de eerste fase van het project zijn erg positief omdat er veel minder capaciteit nodig blijkt om op een goede manier auto’s op te laden. Het elektriciteitsnet kan efficiënter gebruikt worden zodat er ruimte ontstaat voor 2,5 keer meer laadpalen binnen het bestaande elektriciteitsnet. De resultaten van Flexpower3 werden in februari gepresenteerd tijdens een werkbezoek van wethouder Egbert de Vries (Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit).
Flexpower 3 is een project van ElaadNL, Alliander, gemeente Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam, Vattenfall en Heijmans. In deze proef wordt een nieuw concept van slim laden getest. De laadsnelheid is hierbij afhankelijk van de daadwerkelijk beschikbare ruimte op het net en de hoeveelheid op te laden auto’s die aan dat lokale net zijn gekoppeld. Dat betekent dat er geen laadcapaciteit onbenut blijft als een laadpaal niet bezet is. Doordat binnen een groep laadpalen de voor het laden gereserveerde capaciteit verdeeld wordt over de aanwezige auto’s, kan de groep met een lagere capaciteit uit de voeten dan zónder gegroepeerde laadpalen. Zo kan het elektriciteitsnet efficiënter gebruikt worden en ontstaat er meer ruimte om laadpalen te plaatsen en auto’s te laden.
Deze technologie draagt bij aan het voorkomen van netcongestie – door het piekmoment op het elektriciteitsnet te ontlasten. “Wij zijn heel blij met dit soort innovatieve projecten en de samenwerking met verschillende partijen. Deze innovatie zorgt ervoor dat de huidige beschikbare energiecapaciteit in Amsterdam beter benut wordt en door de technologie op te schalen kan het een rol spelen in de elektriciteitsvraag van de toekomst en hoeft het net minder verzwaard te worden”, aldus wethouder De Vries.
In fase 1 werd onderzocht wat de minimale capaciteit is die een cluster van laadpalen nodig heeft om auto’s zonder verlies van comfort te kunnen opladen. Deze clustercapaciteit blijkt 80% lager te kunnen dan in de uitgangspositie het geval was. Ongeveer 3% van de auto’s ontving vanwege het clusteren een lagere laadsnelheid, maar er was geen significant verschil in de aan het einde van de parkeertijd geladen hoeveelheid energie.
Bij het bepalen van het aantal laadpalen dat in een wijk past, wordt al rekening gehouden dat nooit alle laadpalen tegelijk bezet zijn, maar de extra ruimte die door het koppelen ontstaat is aanzienlijk. Wanneer de laadpalen hun vermogen met elkaar kunnen delen ontstaat namelijk ruimte voor 2,5 keer meer laadpalen binnen het bestaande elektriciteitsnet. Dit is een belangrijk resultaat. De gemeente Amsterdam heeft namelijk de opgave om komende jaren duizenden laadpalen erbij te plaatsen om het groeiend aantal elektrische auto’s te kunnen opladen.
Om het koppelen goed te laten werken is ook een slim roulatiesysteem ontwikkeld. De energiestroom wordt verdeeld over verschillende ladende auto’s waar het vermogen soms lager en soms hoger is. Dit is afhankelijk van wat het vermogen is op het elektriciteitsnet. In fase 2 gaat de clustering van laadpalen verder geperfectioneerd worden. De verwachting is dat in deze fase nóg meer ruimte gecreëerd kan worden om laadpalen toe te voegen. Het project is te volgen op www.flexpower020.nl.
De wethouder bracht naast Flexpower3 ook een bezoek aan het batterijproject in Zeeburg. De batterij maakt het mogelijk om zestien auto’s tegelijkertijd te kunnen opladen. Zonder die batterij zouden dat er maar zes zijn. De batterij slaat stroom van het elektriciteitsnet op, zodat die kan worden gebruikt als er veel vraag naar is. Vattenfall, Heijmans en de gemeente Amsterdam gaan de komende vijf jaar data verzamelen van de batterijhub om te onderzoeken hoe een batterij zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet. Daarbij wordt vooral gekeken op welke manier er vermogen op het juiste moment aan de batterij bij de oplaadhub kan worden geleverd.