In de nabije toekomst is het voor vervoerders niet alleen voordeliger om over te stappen op elektrisch, maar in veel gevallen zelfs noodzakelijk. Om te komen tot een tijdige transitie naar elektrische logistiek moet onder andere de laadinfrastructuur en het onderliggende stroomnet tijdig voorbereid worden op de komst van e-trucks. Dat stellen onderzoekers van Qirion en Panteia in het rapport ‘Maak ruim baan voor elektrisch goederenvervoer’.
Er zijn drie factoren die zorgen voor de snelle transitie van brandstof naar elektrificatie in de logistiek. Ten eerste bestaat het aanbod van nieuwe vervoersmiddelen steeds meer uit elektrische modellen. Ten tweede zijn zero-emissiezones op komst waarbinnen alleen voertuigen zijn toegestaan die geen CO2 uitstoten. Ten derde wordt de ‘total cost of ownership’ (TCO) – oftewel de totaalprijs van aanschaf, kosten per kilometer, onderhoud en afschrijving van een vervoersmiddel – lager dan die van dieselvoertuigen. Opgeteld zorgen deze factoren voor een snelle elektrificatie van het wagenpark in de logistiek. Voorwaarde voor een snelle transitie is wel dat de laadinfrastructuur tijdig uitgerold wordt. Elektrische trucks laden veel stroom in korte tijd, op hoge vermogens. Dat betekent dat het onderliggende stroomnet ook tijdig voorbereid moet worden, zo stellen de onderzoekers van Qirion en Panteia. Volgens hun rapport komt de benodigde netverzwaring namelijk nog onvoldoende op gang. Dit kan de klimaatdoelstellingen in gevaar brengen.
Zo moet vooraf nagedacht worden over de inpassing van laadinfrastructuur in en om de ZE-zones. Met het instellen van ZE-zones wordt er een laadbehoefte gecreëerd op specifieke plekken. De onderzoekers zien hier een belangrijke regierol weggelegd voor gemeenten. Zij kunnen de locaties voor laadpleinen aanwijzen samen met netbeheerders en vervoerders. Daarnaast kunnen zij ook een deel van de financiële kant op zich nemen door bijvoorbeeld een fonds op te richten voor voorfinanciering van de netaansluitingen.
“Het is van belang om juist rondom de ZE-zones snel te starten met de uitbreiding van het energienet,” zegt Willem Alting van kennis en innovatiecentrum ElaadNL. “Alleen zo kunnen we als netbeheerders bijdragen aan het goed functioneren van de ZE-zones. In het actieteam ‘Sneller op het net’ worden momenteel al verschillende aspecten onderzocht. Maar hier is zeker nog een belangrijke weg te gaan.”
Het onderzoek adviseert vervoerders ook om de kosten voor laadvoorzieningen en -aansluitingen mee te nemen in de TCO. De keuze voor elektrisch wordt voordeliger, maar investeringen in laadinfrastructuur voor zware voertuigen brengen forse kosten met zich mee. De keuze voor laadvoorzieningen en op welke termijn deze nodig zijn, zijn voor logistieke bedrijven daarom essentieel. Het rapport stelt dat bedrijven die elektrificeren vooraf moeten kijken naar de grootte van de netaansluiting en hoe om te gaan met een naar tijd, prijs en per locatie wisselend energieaanbod. In sommige gevallen kan dit bijvoorbeeld betekenen dat er een nieuwe aansluiting moet komen vanaf het middenspanningsnet. Bij uitbreiding van het middenspanningsnet rekent de netbeheerder gemiddeld een realisatietijd van 2,5 tot 5 jaar. Alle betrokken partijen hebben er baat bij om vooraf in kaart brengen wat de laadbehoefte wordt en oplossingen verkennen zoals gezamenlijk gebruik van collectieve laadpleinen. Dit helpt om de opgave haalbaar te houden.
Volgens Robert van den Hoed, voorzitter van de werkgroep logistiek binnen de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL), laat het onderzoek de wegen zien die bewandeld moeten worden om deze opgave die er ligt te realiseren. “Het lijkt mij belangrijk dat er snel een duidelijk plan van aanpak komt van mogelijke mitigerende maatregelen. Ik geloof dat er zeker wegen zijn die we kunnen bewandelen om de netimpact te reduceren, maar daar moeten dan wel al op korte termijn stappen voor gezet worden. Een goede samenwerking tussen gemeenten, netbeheerders en de logistieke sector is daarbij cruciaal. Alleen samen kunnen ze de uitdaging die er ligt realiseren.”