De data-onderzoekers van ElaadNL maken sinds 2023 naast de uitgebreidere Outlooks ook Quickscans. Deze Quickscans zijn beknopte analyses over verschillende thema’s in mobiliteit. De uitkomsten van een Quickscan kunnen aanleiding zijn tot een uitgebreide analyse per thema in de vorm van de al bekende ElaadNL Outlooks. De nieuwste Quickscan gaat over Koelsystemen in trucks en bestelauto’s voor het geconditioneerd transport.
Geconditioneerd transport is het bij een gecontroleerde atmosfeer vervoeren van bederfelijke goederen zonder onnodig verlies van kwaliteit. Dit kan zowel gekoeld als verwarmd. In deze quickscan richten de onderzoekers zich specifiek op koelsystemen van trucks en bestelauto’s.
Geconditioneerd transport kent verschillende vormen en technische oplossingen. Voor transport over zee wordt gebruik gemaakt van reefer containers met ingebouwde koelmachines. Voor bevoorrading van supermarkten en horeca worden voertuigen met meerdere temperatuurzones gebruikt; voor lange afstand transport over de weg heeft de gehele laadruimte dezelfde temperatuur. Voor stadsdistributie zijn er soms meerdere temperatuurzones in de laadruimte. Van het geconditioneerde transport betreft 88% koeling, 6% diepvries en 6% verwarmd (bijvoorbeeld voor planten).
Op dit moment worden koelmachines nog voornamelijk aangedreven door fossiele brandstoffen, al komen er steeds meer elektrische en hybride systemen op de markt. Bij een hybride systeem is de koelmachine zelf elektrisch en wordt de bijbehorende accu opgeladen door de (brandstof)motor van het voertuig.
Voor volledig elektrische koeling zijn er verschillende technische oplossingen. Doorgaans worden voor opleggers accu’s tot 80 kWh gebruikt. Uitgangspunt bij een geconditioneerde oplegger is dat deze onafhankelijk van het trekkende voertuig moet kunnen functioneren; bij een bakwagen kan de koeling wel gebruik maken van de tractie-accu van de elektrische truck.
Met de komst van Zero Emissie (ZE)-zones en elektrische bestel- en vrachtauto’s lijkt het logisch dat ook de conditionering van goederen tijdens transport elektrisch wordt. Veel gemeenten willen naar volledig elektrische koeling in de ZE-zones, maar hiervoor is (nog) geen landelijk beleid. Hierdoor is er geen prikkel voor transportbedrijven om te investeren in volledig elektrische koeling.
Voor groei van zero emissie (ZE) geconditioneerd transport is een duidelijk landelijk beleid nodig en moet de registratie van koelsystemen gekoppeld worden aan kentekens van voertuigen. Daarom zal de echte groei van elektrische koeling naar verwachting pas na 2025 plaatsvinden. Ondertussen kunnen gemeenten de groei wel stimuleren door incentives, zoals ruimere venstertijden voor elektrische voertuigen met elektrische koelmachines.
Bekijk hieronder de webtalk over elektrische koelsystemen. Waarin Giel Verkamman, Managing Director Carrier Transicold Benelux, vertelt over de diverse mogelijkheden.
Technisch gezien zijn er steeds meer mogelijkheden. Fabrikanten zoals ThermoKing en Carrier Transicold hebben hybride of volledig elektrische systemen. Een van de opkomende technieken bij hybride koelsystemen is een elektrische standby-functie, zodat de brandstofgenerator niet hoeft te draaien als het voertuig geparkeerd staat en gebruik gemaakt kan worden van ‘walstroom’. Dit kan ook een goede optie zijn voor volledig elektrische systemen als ze (nog) niet gekoppeld kunnen worden aan de accu van het voertuig. Veel truckparkings bieden walstroomfaciliteiten en deze zijn ook te vinden langs de TEN-T corridors. Enkele gemeenten doen pilots met dergelijke infrastructuur in de horecazones in de binnenstad.
Het energieverbruik van geconditioneerd transport verschilt sterk per gebruiker. Een voertuig voor supermarktbevoorrading heeft meestal geen stops onderweg waarbij de koude verloren gaat. Bij horecabevoorrading met meerdere stops is het energieverbruik voor de koeling relatief veel hoger. Aan farmaceutische transporten worden hoge eisen gesteld qua temperatuurmanagement, wat resulteert in een hoger energieverbruik.
Het voor elektrische koeling gevraagde vermogen is gemiddeld 6 – 8 kW; ’s zomers en voor speciale gebruikers (zoals bijvoorbeeld farmaceutisch transport) is de energievraag groter. Voor bestelbussen is dit uiteraard lager. Als geconditioneerde opleggers apart laden van het voertuig zijn laadpunten van 11 kW in de regel voldoende. Als tegelijkertijd de accu van de geconditioneerde oplegger moet worden opgeladen voor de volgende rit, zal meer vermogen (22 kW) gevraagd worden van de laadinfrastructuur.
Het grootste deel van de vermogensvraag komt terecht op bedrijventerreinen. Daar zal immers de accu voor de trailer worden opgeladen en wordt het voertuig voor de rit geconditioneerd. Voor stadsdistributie hangt de behoefte aan en de locatie voor laadinfrastructuur sterk af van de gebruiker. Vooral voertuigen die vaker stoppen zullen behoefte hebben aan ‘walstroom’. Voor langere afstanden is het logisch dat een deel van de snellaadlocaties voor elektrische trucks ook walstroomvoorzieningen (11-22 kW) krijgt voor geconditioneerd transport, of dat er technische oplossingen komen waarbij de accu van de oplegger via de trekker geladen en onderhouden kan worden.
Als alle voertuigen volledig elektrische koeling krijgen bedraagt de totale energievraag 366 GWh per jaar. Deze elektriciteitsvraag komt boven op de geprognosticeerde elektriciteitsvraag voor trucks en bestelauto’s in de Outlook Logistiek & Bedrijventerreinen.