Met een technische aanpassing kunnen bestaande laadpalen voor elektrische auto’s ‘sociaal’ gemaakt worden. Bij dreigende lokale overbelasting van het stroomnet, ontvangen ze een signaal en vragen tijdelijk minder of geen stroom. Zo wordt voorkomen dat een te grote stroomvraag tot stroomstoringen leidt. Het lab van kennis- en innovatiecentrum ElaadNL in Arnhem ontwikkelde hiervoor twee verschillende technieken die op 4 februari 2020 door Ingrid Thijssen (CEO Alliander) en Henk Visser (directeur Enpuls) werden onthuld. Aansluitend vond een debat plaats over de urgentie en wenselijkheid van deze innovaties.
Bekijk ook onze andere video’s over de Social Module:
Sociale module antwoord op snelle groei EV
Het aantal elektrische auto’s groeit spectaculair en dit is pas het begin. Het bestaande stroomnet zal hierdoor steeds zwaarder worden belast, met name op plekken waar veel ladende auto’s zijn.
Omdat een moderne elektrische auto een piekvermogen heeft dat gelijk staat aan dat van tien huishoudens, kan het hard gaan. Wanneer in een straat tien auto’s allemaal tegelijk gaan opladen, dan zijn er dus ineens honderd ‘huishoudens’ extra. Afhankelijk van de lokale situatie kan dan overbelasting ontstaan van het net en daardoor mogelijk een stroomstoring. Daarom is door het lab van ElaadNL een technische voorziening ontworpen die het mogelijk maakt om op tijd in te grijpen: de Sociale Module voor laadpalen.
Het lab van ElaadNL heeft twee mogelijke oplossingen uitgewerkt tot demonstratieversies. De ene variant werkt decentraal waarbij de laadpaal via een lokaal mobiel netwerk – gekozen is voor een ‘Long range, low power’ (LoRa) draadloze verbinding – een signaal krijgt om tijdelijk langzamer te laden of het laden te pauzeren. Dit signaal is afkomstig van de net-transformator in de wijk die de belasting van het lokale net meet. Doordat alle palen in de wijk de laadsnelheid verlagen, vermindert de stroomvraag en wordt overbelasting voorkomen. De auto’s worden weer sneller geladen zodra dit mogelijk is zonder overbelasting te veroorzaken.
In de tweede Proof of Concept werkt de communicatie centraal. In dat geval wordt wederom vanuit de net-transformator een signaal gegeven. Dat signaal gaat dan naar de Cloud en die stuurt de laadpalen in de betreffende wijk aan door gebruik te maken van de slimme meter die al in de palen zit.
De LED-lichten van de laadpalen die normaal blauw zijn tijdens het laden, zullen in beide gevallen paars kleuren als de Sociale Module actief is.
Download de onderliggende papers:
Noodvoorziening aanvullend aan reguliere Smart Charging
Nederland loopt internationaal voorop met het onderzoeken en testen van Smart Charging, het slim en duurzaam opladen van elektrische auto’s. Allerlei varianten worden hier op grote of kleine schaal getest. De aansturing met de Sociale Modules is een vorm van Smart Charging, maar het unieke aan deze technieken is dat deze niet dagelijks gebruikt worden maar alleen worden ingezet bij noodgevallen. De Sociale Modules fungeren dus als een vangnet naast reguliere toepassingen van Smart Charging.
Na de presentatie van de twee technieken werd ook de aftrap gegeven voor een maatschappelijk debat over de wenselijkheid van deze ontwikkeling. Want naast dat het technisch mogelijk moet zijn, moeten we als samenleving ook bepalen wie wanneer welke vorm van sturing mag toepassen bij het laden van elektrische auto’s. Een panel gaat met elkaar en met de zaal in debat over deze vraag die verder uitgewerkt wordt in het kader van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL).
Onoph Caron, directeur ElaadNL: ‘Nu we bij ElaadNL hebben laten zien dat er verschillende technische mogelijkheden zijn om laadpalen sociaal te maken, is de volgende stap het debat daarover met elkaar voeren. Welke variant werkt het beste, centraal of decentraal? Maar ook: willen we dit regelen als samenleving? Ik vermoed dat de meeste mensen liever hebben dat de netbeheerder als het echt spannend wordt het laden van auto’s wat kan sturen dan dat de stroom vaker uit gaat vallen. Maar formeel is daar nog niks voor geregeld. We zijn heel benieuwd naar de reacties!’