Vijfenveertig partijen waaronder ElaadNL, Tennet en Netbheer Nederland tekenden op maandag 30 oktober het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Branche- en netwerkorganisaties in de bouw, waterschappen, provincies, gemeenten, grote opdrachtgevers en ministeries willen de komende jaren de bouw schoner, gezonder en stiller maken. Elektrificatie van bouwmaterieel is daarbij een belangrijke ontwikkeling. Netbeheerders spannen zich in om de bijpassende stroomvoorziening veilig en maatschappelijk verantwoord te faciliteren.
Het convenant met routekaart, ondertekend tijdens de Nationale Conferentie Duurzame Mobiliteit in Utrecht, geldt voor duizenden ondernemingen in Nederland. In de routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen staat stap voor stap uitgelegd hoe en in welk tempo bouwmachines de komende jaren worden vervangen door minder vervuilende exemplaren om uiteindelijk over te gaan op schone of emissieloze varianten. Lichter materieel wordt eerder emissieloos dan zwaarder of specialistisch materieel.
Onder de ondertekenaars waren namens de netbeheerders Hans-Peter Oskam, directeur van Netbeheer Nederland en Onoph Caron, directeur van ElaadNL. Netbeheerders gaan zich in het kader van het convenant inspannen voor oplossingen waarbij emissieloos bouwmaterieel slim en tijdig, op een veilige manier en zonder hoge maatschappelijke kosten opgeladen kan worden.
Het opladen van elektrisch bouwmaterieel is een uitdaging voor netbeheerders omdat deze apparaten relatief veel stroom vragen vaak op plekken waar deze (nog) niet voorhanden is. Bij de aanleg van een nieuwe woonwijk kan er mogelijk rekening gehouden worden met emissieloos bouwen door de netaansluiting -die toch permanent nodig is voor de huizen- eerder aan te leggen en te benutten in de bouwfase. Dit is echter lastiger voor een tijdelijk infrastructureel project buiten de bebouwde kom, waar een dure tijdelijke netaansluiting nodig zou zijn. Ook de drukte op ons elektriciteitsnet vraagt om nieuwe, slimme oplossingen om emissieloos bouwen toch te kunnen faciliteren.
Schoon en Emissieloos Bouwen draagt bij aan de kabinetsdoelen voor natuur, klimaat en gezondheid uit het Klimaatakkoord, het Schone Lucht Akkoord en de Aanpak Stikstof en vraagt grote investeringen en innovatievermogen van ondernemers en opdrachtgevers. De Rijksoverheid stelt meer dan één miljard euro beschikbaar tot en met 2030 voor emissie-reducerende maatregelen in de bouw gericht op werk-, voer- en vaartuigen. De afspraken om meer schoon en emissieloos bouwmaterieel in te zetten zorgt voor een daling van de uitstoot-emissies en voor positieve effecten voor de natuur (stikstof), het klimaat (CO₂) en de gezondheid (fijnstof en stikstof).
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ondersteunt de ondernemers in de bouwsector met de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) bij de overstap naar duurzamer bouwmaterieel. Een Specifieke Uitkering (SPUK)-regeling van in totaal 180 miljoen euro zorgt ervoor dat medeoverheden die het convenant tekenen, de extra kosten die emissieloos aanbesteden met zich meebrengt deels gesubsidieerd krijgen. Om dezelfde reden gaat ook een deel van de middelen naar de aanbestedende Rijksdiensten en ProRail. Tot slot ondersteunt de Rijksoverheid de ontwikkeling van kennis op het gebied van ‘slimmer werken’ door procesmaatregelen, prefab en andere tools. Een voorbeeld is beter samenwerken in de logistiek waardoor minder vervoersbewegingen nodig zijn.
Staatssecretaris Vivianne Heijnen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: “Een succesvolle transitie naar schone en emissieloze bouw kan alleen door goed samen te werken met partijen die in de bouw actief zijn. Daarom is het mooi dat we het tijdens onze conferentie over duurzame mobiliteit in de stad dit met elkaar hebben afgesproken. Dit convenant heeft een flinke impact op duizenden bedrijven in het land. Door het stikstofvraagstuk is het extra belangrijk om stappen te zetten naar de verduurzaming in de bouwsector. Met dit akkoord krijgt de sector een beeld van wat ze in de komende jaren kunnen verwachten, waardoor de zich kunnen voorbereiden. We zien al de eerste resultaten: bij steeds meer bouwprojecten wordt emissieloos en schoner materieel gebruikt. Bouwbedrijven zijn innovatief en dragen op een vernieuwende manier bij aan de grote woningbouwopgave, de (vervangings)opgave van infrastructuur, de energietransitie én het verlagen van emissies.”